Tuintips van Natuurmonumenten voor bijen en vlinders

Wie wil er nou niet een mooie bloementuin vol voedsel voor bijen en vlinders? Gelukkig willen steeds meer mensen bijen en vinders een handje helpen. Bijvoorbeeld door extra bloemen in hun tuin te planten. Onze partner Natuurmonumenten laat boswachter Mariska aan het woord. Wat moet je doen voor een gonzende tuin met insecten? Ook geeft Natuurmomenten tips om je tuin klimaatproof te maken. 

In een paar stappen vertelt Mariska hoe je de juiste planten kiest voor een gonzende tuin.

1. Kies planten die passen bij jouw tuin
   Planten komen in de natuur voor op de plek waar ze het goed doen. Als je een plant in je tuin zet, weet je niet of die op deze plek wel gaat aarden. Een plant heeft zo zijn voorkeuren. Wel of geen zon. Natte of droge grond. Koop je een plant, kijk dan waar hij van houdt.
    
2. Het hele jaar een tuin vol bloemen
   In een bloeiende tuin is altijd genoeg voedsel voor bijen en vlinders. Plant bijvoorbeeld bollen in het voorjaar. Of maak een beplantingsplan voor alle seizoenen. Insecten zijn bijvoorbeeld dol op bloemen zoals wilde kamperfoelie en lavendel.
    
3. Cultivars of juist wilde planten?
   Veel soorten worden gecultiveerd. Dit betekent planten kweken met veel grotere of juist dubbele bloemen. Of met bijzondere kleuren of franjes. De natuur heeft hier weinig aan. Zo zorgt de vorm van deze doorgekweekte bloemen voor minder nectar en stuifmeel. En kan een insect soms niet bij de nectar komen door veel of grote kroonbladeren. Insecten herkennen de nieuwe planten vaak ook niet. Ze herkennen een plant namelijk aan 3 dingen:

• geur
• kleur
• vorm

4. Planten uit Nederland of juist niet?
   Bloem en insect weten wat ze aan elkaar hebben. En zijn ook van elkaar afhankelijk. De bloem trekt de juiste insecten aan om haar te bevruchten. Dit doet ze door haar geur en kleur. Ze geeft daarvoor nectar en stuifmeel als voedsel terug. Beide hebben elkaar ook hard nodig om dode planten op te ruimen. Zo komen voedingsstoffen terug in de bodem voor andere planten en dieren.
   
   Op planten die meestal niet voorkomen in Nederland, komen veel minder insecten voor. Dit zijn de exoten. Wil je je tuin inrichten om de natuur te helpen? Gebruik dan vooral soorten die al in Nederland voorkomen, de inheemse soorten. Bijvoorbeeld muskuskaasjeskruid of wilde akelei.
    
5. Pas op met ‘gevaarlijke’ planten
   Mensen vinden exoten misschien wel fijne planten. Exoten zijn niet geliefd door insecten. En ze krijgen ook geen ziektes. Maar als een exoot zich heel snel verspreidt, zorgt hij voor problemen. We noemen dit dan een invasieve exoot. Bekend en berucht zijn bijvoorbeeld de Japanse duizendknoop of de waterhyacint. In de natuur verdringen invasieve exoten de planten die hier altijd al voorkomen.

Maak je tuin klimaatproof
Tot slot geeft Natuurmonumenten nog een laatste advies voor je tuin. Maak je tuin klimaatproof. We hebben steeds meer te maken met extreme droogte en wateroverlast. Ook bijen en vlinders hebben hier veel last van. Ga daarom aan de slag met de 10 tuintips van Natuurmonumenten. Vraag daarvoor gratis het actiepakket aan op de website van Natuurmonumenten. Je maakt daarmee ook kans op een regenton!

Dit artikel verscheen eerder op de website van Natuurmonumenten