Terugblik webinar BoerenNatuurdag: zorg voor meer leefgebied voor insecten Hoe beheer je agrarisch landschap zo, dat er meer leefgebied komt voor insecten? En hoe kunnen gemeenten en ondernemers in Noord Brabant boerenerven meer biodivers maken? Het project ErvenPlus biedt daar kansen voor. NBS-partners De Vlinderstichting en Brabants Landschap gaven op 14 maart samen een webinar op BoerenNatuurdag. Organisator van deze dag is NBS-partner BoerenNatuur. Een korte terugblik op de presentaties van onze partners. Verder kijken dan doelsoorten Wat kunnen agrarische bedrijven doen om de verschillende soorten insecten in grasland en akkerland te vergroten? Welke kansen liggen er? En hoe worden boerenerven levende, biodiverse erven? Met het webinar ‘Verder kijken dan doelsoorten’ kregen de deelnemers meer kennis en inzicht over de grote positieve invloed van insecten. Met bijdragen van ecoloog en projectleider Anthonie Stip van De Vlinderstichting en Fien Oost, van het project ErvenPlus bij Brabants Landschap. Weilanden en akkers als leefgebied Ecoloog Anthonie Stip maakt duidelijk hoe groot de grote positieve invloed van insecten is op de landbouw. En gaat in op de kansen voor meer verschillende soorten insecten. Hoe gebruik je die kansen? In weilanden leven veel insecten: vliegen en zweefvliegen hommels vlinders kevers lieveheersbeestjes Stip geeft als tip om naar de leefwereld van deze insecten te kijken. Wat hebben ze nodig? Welke maatregelen kan ik nemen? Afwisseling Een voorbeeld van zo’n maatregel is kruidenrijk grasland. Afwisseling in planten en grond is belangrijk. Dat zorgt er voor dat het weiland als leefgebied interessanter wordt voor veel soorten. Je kunt veel doen als landbouwbedrijf. Neem de maatregelen en tips op in een bedrijfsnatuurplan, adviseert Stip. Insectvriendelijk beheer Ook gaat Stip in op wat er nodig is voor insectvriendelijk beheer. Hij noemt de belangrijkste voorwaarden: Betrokken grondeigenaren Kennis over wat insecten nodig hebben De juiste maatregel op de juiste plek Inzet van meer jaren Monitoring, want: meten is weten Zorgvuldig beheer in fases Ook noemt Stip maatregelen die met grondbeheer te maken hebben. Denk bij de aanplant van bloemrijke stukken bijvoorbeeld aan inheemse planten. Die trekken insecten zoals bestuivers aan. Ook dat maakt agrarische grond aantrekkelijk voor hen. Doe aan zorgvuldig maaibeheer en beheer in fases. Een ‘mozaïek’ van gemaaide en niet gemaaide percelen grond helpt ook. Zo voorkom je dat hele leefgebieden voor soorten tegelijk verdwijnen en krijgen insecten een kans. Voortplantingsgebied voor insecten Soms kost het weinig moeite om insecten hun leefgebied te geven. Hoe klein zo’n leefgebied kan zijn, laat Stip zien met een simpel voorbeeld. Een rij met paaltjes kan zomaar een voortplantingsgebied zijn voor een insectensoort. En dat geldt voor meer houtige onderdelen. Zoals een wal met struikgewas langs een weiland of akker. Laat dit staan, is zijn advies. Ruim niet te veel op. Erven Plus: meer soortenrijkdom op het erf Het advies om minder rommel op te ruimen komt ook van Fien Oost, coördinator soortenbeheer bij Brabants Landschap. Zij vertelt over ErvenPlus, een groot project dat moet zorgen voor meer dier- en plantensoorten op boerenerven. Een van de hoofddoelen van dit project is bewustwording van de positieve invloed van biodiversiteit. De provincie Noord-Brabant financierde dit project met de deelnemende gemeenten. Veel animo Oost vertelt dat erven bij agrarische bedrijven als een kralensnoer in het agrarisch landschap liggen. Zo vormen zij verbinding tussen een stedelijke, stenige omgeving en de leefgebieden van vogels en insecten. Door ErvenPlus kunnen ondernemers het leefgebied vergroten voor soorten op het erf. Soorten zoals mussen, zwaluwen en steenuilen. Maar ook insecten. Er is veel animo voor het project. Niet alleen bij ondernemers, ook bij gemeenten. Monitoring Ten slotte adviseren beide sprekers om ook monitoring in te zetten. Hoe pakken deelnemers dit het beste aan? Monitoring is belangrijk om te zien of de genomen maatregelen goed werken. Gaat het goed, of moet je bijsturen? Meer weten? Kijk het webinar ’Verder kijken dan doelsoorten’ terug. Vorig artikel Minder bestuivers geteld door koude weer Volgend artikel Succes voor Voedselbanken voor Bijen op Nationale Zaaidag