Nieuwsartikelen Nationale Bijenstrategie nieuw

Nieuwsartikelen Nationale Bijenstrategie

Zwarte sachembij houdt niet alleen van hondsdraf

4 februari 2025. - De zwarte sachembij komt in Nederland vooral in Limburg voor. Daarbuiten zijn slechts enkele geïsoleerde populaties. In één van die populaties is nu onderzoek gedaan naar de voedselplanten van deze bij. Hieruit blijkt dat de zwarte sachembij in deze populatie graag stuifmeel van hondsdraf verzamelt, maar ook van diverse andere plantensoorten. Variatie in bloemaanbod lijkt belangrijk voor deze soort.

Zuid-Hollands Bijenlandschap op weg naar 2030: de goede kant op?

23 januari 2025. - Het Bijenlandschap van Groene Cirkels werd opgestart in 2015. Vele partijen sloegen de handen ineen om een bijvriendelijk landschap te ontwikkelen in de Zuid-Hollandse regio rond Leiden, Alphen aan den Rijn en Zoetermeer. In dit zelfde jaar startte ook een monitoring  van bijen en zweefvliegen in deze regio. In 2024 werd deze monitoring voor de vierde maal uitgevoerd. Hoe gaat het met de bijen en zweefvliegen in het Bijenlandschap, 10 jaar na de oprichting?

Rode Lijst Zweefvliegen alsnog in de Staatscourant

Ongeschoren gitje en donkere veenzweefvlieg tellen alsnog mee

3 oktober 2024. - Staatssecretaris Rummenie van LVVN heeft deze week besloten de Rode Lijst Zweefvliegen alsnog officieel  in de Staatscourant te publiceren. Deze Rode Lijst werd eerder dit jaar door EIS Kenniscentrum Insecten in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek opgesteld. Hieruit bleek dat bijna de helft (46 %) van alle soorten zweefvliegen een bedreigde status kreeg. 

Honingbij en wilde bijen in Biesbosch op zelfde bloemen

12 juli 2024. - In de zomer plaatsen imkers grote aantallen honingbijkasten rond de Biesbosch om te profiteren van de massadracht van reuzenbalsemien. Hierbij wordt vaak aangenomen dat de grote aantallen honingbijen geen probleem vormen voor wilde bestuivers, omdat de honingbijen uitsluitend de exotische reuzenbalsemien zouden bezoeken. Open vraag was evenwel of deze aanname klopt. 

Nieuw voor Nederland: meerjarige groefbij duikt op in Zuid-Hollands Bijenlandschap

Meerjarige groefbij nieuw voor Nederland

17 juni 2024. - Een bosje in een veenweidegebied en museumpark Archeon. Hier werd de meerjarige groefbij voor het eerst in Nederland ontdekt. Geen typische plekken voor deze zuidelijke bijensoort, die van droogte en warmte houdt. Toch is te verwachten dat we de meerjarige groefbij de komende jaren vaker in ons land gaan zien. Dat is leuk, want deze bij houdt er een heel bijzondere, meerjarige levenswijze op na.

Zweefvliegen sterven steeds sneller uit

16 april 2024. - Het aantal soorten zweefvliegen dat uit ons land verdwijnt, was de afgelopen dertig jaar veel hoger dan daarvoor. Er is een scherpe trendbreuk begin jaren 90, wat samenvalt met de grootschalige introductie van insecticiden als neonicotinoïden. Voor bijen is het tempo waarin soorten verdwijnen constant. Dit blijkt uit een nieuwe studie.

Hoofdstuk 22 - Spinnen (Araneae)

Bijen en wespen kunnen ten prooi vallen aan spinnen. Krabspinnen liggen dikwijls op de loer op bloemen.Wielwebspinnen spinnen hun webben in de vliegroutes van bijen en wespen, soms zelfs direct voor denestblokken. Zesoogspinnen betrekken graag aangeboden nestgangen en vinden er hun voedsel met struikeldraden.Enkele soorten springspinnen kunnen worden aangetroffen op nestblokken, waar ze zeldenbijen of wespen, maar veel vaker (parasitaire) vliegen buitmaken. Ze wonen ook in de gangen. Af en toe kan een trechterspin haar omvangrijke vangnet spinnen in de directe nabijheid van nestplaatsen.

Hoofdstuk 21 - Inwoners, meelifters, lastpakken, dieven en vogels

Verschillende insecten profiteren van het afval in bijen- en wespennesten, waaronder enkele ‘reuzen’ onderde zweefvliegen en een spekkever. Ook leven in de bewoonde gangen van nestblokken dikwijls mijtendie meeliften met bijen en wespen. Mijten kunnen opruimers zijn, maar ook profiteurs van aangelegdevoedselvoorraad. Enkele bijen en wespen hebben speciale plekken op hun lichaam om voor hen nuttigemijten te vervoeren. Oorwormen bewonen en bevuilen dikwijls gangen die te vochtig zijn. Mieren en socialewespen stelen wel eens van de voedselvoorraad die bijen of wespen aanleggen. Vogels als mezen en spechten kunnen vernielend huishouden op de bovengrondse nestplaatsen van bijen en wespen.

Hoofdstuk 20 - De vijanden van bijen en wespen

Er bestaan veel soorten insecten die als vijanden van bijen of wespen kunnen worden gezien. Enkele graafwespenverlammen volwassen bijen als voedsel voor hun larve en maken daarvoor eigen nestkamers. Demeeste parasitaire soorten insecten ontwikkelen zich echter in de nesten van de (solitaire) bijen en wespenten koste van het daar binnengebrachte voedsel of de larve die zich daaruit heeft ontwikkeld. Er zijn diversesoorten vliegen, waaronder rouwzwevers, die zich gespecialiseerd hebben op het leven van het broedvan bijen. Ook enkele soorten oliekevers en mierkevers planten zich voort ten koste van bijennesten. Maarde overgrote meerderheid van de parasieten bestaat uit wespen als goudwespen, knotswespen en sluipwespen.Het hoofdstuk sluit af met de bespreking van waaiervleugeligen, die als echte parasieten in het lichaam van bijen en wespen leven.

Hoofdstuk 19 - Slapers en schuilers

Ook insecten moeten slapen en schuilen voor slecht weer. Dit doen ze op uiteenlopende plekken. Bijen enwespen vinden dikwijls onderdak in hun nestgangen. Sommige slapen in of op bloemen, wat soms totslaapgezelschappen leidt. Andere slapen graag met de kaken vastgeklemd aan een plant. Dit hoofdstukbespreekt diverse voorbeelden van insecten die in nestblokken slapen en schuilen. Dit zijn niet alleen devrouwtjes die er nestelen, maar ook mannetjes, zelfs van soorten die in de grond nestelen. Blokhoofdwespen, zeefwespen, knoopwespen en de kameelhalswesp zijn voorbeelden van deze categorie.

Hoofdstuk 18 - Graafwespen in nestblokken (families Sphecidae en Crabronidae)

Graafwespen zijn er in vele soorten en maten. Daarvan bewoont slechts een vrij klein deel de opennestgangen die met nesthulp worden aangeboden. Er zijn veel kleine soorten bij, die in dit hoofdstuk maarbeperkt aandacht krijgen. De grotere soorten zijn beter waar te nemen, maar desondanks niet gemakkelijkvan een soortnaam te voorzien. Dit hoofdstuk beperkt zich daarom tot het bespreken van enkelevoorbeelden uit de diverse groepen graafwespen, zoals pottenbakkerswespen, bladluizendoders,bladvlooiendoders en bladluizenvangers. Ook een platkopwesp komt ter sprake.

Hoofdstuk 17 - Metselwespen en nesthulp (subfamilie Eumeninae)

De bekendste plooivleugelwespen zijn de papierwespen (‘limonadewespen’), die sociaal in grote volken leven. Daarnaast komen nog 40 soorten plooivleugelwespen in Nederland voor, die niet in volken levenmaar een solitaire levenswijze hebben. Deze hebben de verzamelnaam ‘metselwespen’ gekregen. Dithoofdstuk bespreekt een aantal metselwespen die nesthulp goed weten te waarderen. Leem blijkt daarbijeen aantrekkelijk bouwmateriaal te zijn. Achtereenvolgens komen voorbeelden van muurwespen, behangerswespen, urntjeswespen, schoorsteenwespen en deukmetselwespen ter sprake. Kenmerkend is dat in de broedcel het ei eerst wordt gelegd voordat er voor proviand wordt gezorgd, die in de meeste gevallen uit larven van kevers of uit rupsen bestaat.

Hoofdstuk 16 - Spinnendoders (Pompiliidae)

Een spinnendoder verlamt één spin, die als voedselvoorraad van een nakomeling voldoende is. De verlamdespin wordt verstopt in een holte die een spinnendoder zelf graaft of opzoekt. Nesthulp kan voor enkele soorten uitkomst bieden. De metselspinnendoder is zo’n soort. Ook muurspinnendoders profiteren van bestaande gangen, net als baardspinnendoders. De diverse soorten zijn moeilijk te onderscheiden, maar hun leven levert boeiende informatie.

Hoofdstuk 15 - Koekoeksbijen in nestblokken (tubebijen Stelis,viltbijen Epeolus, kegelbijen Coelioxys)

Een koekoeksbij verzamelt zelf geen voedsel voor haar nageslacht, maar legt een ei in het nest van eensoort die dat wel doet. De larve van de koekoeksbij doodt het ei of de larve van de waardbij en leeft daarnazelf van het aanwezige bijenbroodje. Tubebijen profiteren van het werk van verschillende soorten die vannesthulp gebruik maken. Van viltbijen is dat niet zeker. Kegelbijen zijn veelal gespecialiseerd op bepaaldesoorten behangersbijen. Uit elk van deze bijengenera worden voorbeelden besproken.

Hoofdstuk 14 - Metselbijen (Hoplitis en Osmia) in nestblokken

Metselbijen danken hun naam aan hun gewoonte om bevochtigde aarde te gebruiken bij de bouw van hunbroedcellen. Er zijn echter ook soorten die daarvoor gekauwd blad gebruiken. Een aantal soorten maaktgraag gebruik van aangeboden nesthulp, want ze nestelen bij voorkeur in bestaande gangen. De rosse metselbijis de meest algemene metselbij van ons land. Uiterlijk, gedrag en levenscyclus van deze soort wordenuitvoerig besproken. Daarna is er aandacht voor de gehoornde metselbij, de blauwe metselbij, de slangenkruidbij,de kauwende metselbij en de zwartbronzen houtmetselbij.

Hoofdstuk 13 - Tronkenbijen Heriades truncorum in nestblokken

De tronkenbij is een vrij kleine bij, die van mei tot september is waar te nemen. Ze nestelt graag in bestaandegangen en is vele generaties lang een veelvuldig gebruikster van dezelfde nestblokken. Vooral gelecomposieten leveren het stuifmeel waarmee de larven zich voeden. De broedcellen worden begrensd metwandjes van hars, waarmee ook de nestgang wordt afgesloten. Veel intimiteiten van het leven van tronkenbijen passeren de revue.

Hoofdstuk 12 - Klokjesbijen Chelostoma in nestblokken

Klokjesbijen zijn zwarte bijen die nestelen in bestaande gangen. Ze danken hun naam aan hun gewoonteom stuifmeel te verzamelen op de bloemen van klokjes. Deze bloemen zijn populair in tuinen, vandaar datklokjesbijen regelmatig daar te bewonderen zijn. Eén van de soorten, de ranonkelbij, heeft een afwijkendevoorkeur, namelijk voor boterbloemen. Gedrag en leven van de vier Nederlandse soorten klokjesbijen komenin dit hoofdstuk uitgebreid ter sprake.

Hoofdstuk 11 - Behangersbijen Megachile en de lathyrusbij Chalicodoma ericetorum in nestblokken

We maken kennis met de broedzorg en het gedrag van behangersbijen, die bladstukjes gebruiken om hun nestgangen mee te bekleden. Omdat deze stukjes worden uitgeknipt wordt een aantal soorten met bladsnijde rbetiteld. De tuinbladsnijder, de grote bladsnijder, de distelbehangersbij, de gewone behangersbijen de Lapse behangersbij krijgen afzonderlijk aandacht. Omdat de lathyrusbij in een aantal kenmerken overeenkomt met behangersbijen wordt deze soort eveneens besproken. Deze bij bekleedt bestaande gangen met een harde mortel.

1345678910Laatste