Dijken bezitten een aantal eigenschappen waardoor ze een bijzondere habitat vormen voor veel dieren en planten. Dat geldt ook voor wilde bijen. De warme, droge zuidhellingen bieden aantrekkelijke plekken om ondergronds te nestelen en het bloemrijke karakter van sommige dijken voorziet in voedsel. Deze kenmerken van dijken resulteren in een karakteristieke bijenfauna met een sterke binding aan dijken.
Dijken als leefgebied voor bijen
Op dijken komen bijensoorten voor die elders in het landschap van de Delta nauwelijks worden aangetroffen, je zou ze dijkbijen kunnen noemen. Zij profiteren waarschijnlijk van specifieke eigenschappen van dijken waardoor ze er relatief veel voorkomen. Met name voor de nestbouw zijn dijken van groot belang.
In onderstaand filmpje is te zien hoe massaal wilde bijen soms nestelen in een dijk.
Een echte dijkbij is de weidebij Andrena gravida. Ze is op extensief beheerde dijken een gewone verschijning, ondanks dat zij op de Rode Lijst staat en elders in Nederland zeldzaam is.
Ook de zeldzame grashommel Bombus ruderarius wordt vooral nog op dijken gezien. Sinds 1950 is het verspreidingsgebied landelijk met zo’n 50 % afgenomen. Desondanks werd de soort in 2020 op bijna de helft van de onderzochte dijken in de Delta gezien. De grashommel heeft een voorkeur voor bloemrijke landschappen met veel klavers en lijkt in het agrarisch gebied alleen op de dijken nog geschikt leefgebied te kunnen vinden.