Dijkbijen

De bijenfauna van dijken

Dijken bezitten een aantal eigenschappen waardoor ze een bijzondere habitat vormen voor veel dieren en planten. Dat geldt ook voor wilde bijen. De warme, droge zuidhellingen bieden aantrekkelijke plekken om ondergronds te nestelen en het bloemrijke karakter van sommige dijken voorziet in voedsel. Deze kenmerken van dijken resulteren in een karakteristieke bijenfauna met een sterke binding aan dijken.

Dijken als leefgebied voor bijen

Op dijken komen bijensoorten voor die elders in het landschap van de Delta nauwelijks worden aangetroffen, je zou ze dijkbijen kunnen noemen. Zij profiteren waarschijnlijk van specifieke eigenschappen van dijken waardoor ze er relatief veel voorkomen. Met name voor de nestbouw zijn dijken van groot belang.

In onderstaand filmpje is te zien hoe massaal wilde bijen soms nestelen in een dijk.

Een echte dijkbij is de weidebij Andrena gravida. Ze is op extensief beheerde dijken een gewone verschijning, ondanks dat zij op de Rode Lijst staat en elders in Nederland zeldzaam is.

 

Ook de bonte wespbij Nomada bifasciata – de koekoeksbij die op de weidebij parasiteert – is opvallend veel aanwezig. Deze op een wesp lijkende bij legt haar eitjes in het ondergrondse nest van de weidebij. Ze staat als ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst.

Een ander bijzonder soortenpaar wordt gevormd door de roodbruine groefbij Lasioglossum xanthopus en haar koekoeksbij (parasiet) de kraagbloedbij Sphecodes spinulosus. De roodbruine groefbij lijkt na een sterke achteruitgang in Nederland weer wat op te krabbelen, maar de kraagbloedbij blijft een uiterst zeldzame verschijning. In 2017 werd de soort na lange tijd niet in Nederland gezien te zijn teruggevonden op een slaperdijk in Zuid-Holland. Tijdens het onderzoek in 2020 werd opnieuw een populatie van de soort gevonden op een dijk op Schouwen-Duiveland.

 

Het veelvuldig voorkomen van een gastheerbij én de bijbehorende koekoeksbij lijkt een terugkerend fenomeen op dijken. Zo werd in 2020 op zo’n één derde van de dijken de zeldzame donkere klaverzandbij Andrena labialis gevonden en in verreweg de meeste gevallen ook niet één maar twee soorten koekoeksbijen: de vroege bloedbij Sphecodes rubicundus en de borstelwespbij Nomada stigma, beide zeldzaam in Nederland.

Natuurlijk geldt dit principe ook voor algemene bijen zoals de grasbij Andrena flavipes en de kortsprietwespbij Nomada fucata. De aanwezigheid van broedparasieten bevestigt de functie van dijken als voortplantingslocatie voor wilde bijen.

 

Ook de zeldzame grashommel Bombus ruderarius wordt vooral nog op dijken gezien. Sinds 1950 is het verspreidingsgebied landelijk met zo’n 50 % afgenomen. Desondanks werd de soort in 2020 op bijna de helft van de onderzochte dijken in de Delta gezien. De grashommel heeft een voorkeur voor bloemrijke landschappen met veel klavers en lijkt in het agrarisch gebied alleen op de dijken nog geschikt leefgebied te kunnen vinden.