EasyDnn News

Stedelijke bijendiversiteit: soortenaantal zegt niet alles

Stedelijke bijendiversiteit: soortenaantal zegt niet alles

9 juli 2020. - Regelmatig wordt er op gewezen dat steden rijk kunnen zijn aan bijen. Zeker in vergelijking met landbouwgebieden, waar intensieve landbouw de biodiversiteit sterk heeft aangetast, heeft het stedelijk gebied vaak een relatief hoge bijendiversiteit. Maar betekent dit dan dat stedelijk groen de afname van bijen op het platteland helemaal kan compenseren? Deze vraag wordt deels beantwoord met de resultaten van een recent Pools onderzoek

Gedurende drie jaar bemonsterden de Poolse onderzoekers de bijenfauna op 18 locaties verdeeld over drie gradaties van stedelijkheid: urbaan (parken temidden van bebouwing), suburbaan (stedelijk gebied met veel tuinen en parken) en landelijk (weilanden afgewisseld met bossen). Op het eerste gezicht leken deze 'stedelijkheidsklassen' weinig van elkaar te verschillen in bijendiversiteit: zowel de gemiddelde soortenaantallen als de aantallen exemplaren waren vergelijkbaar. Bij nadere beschouwing kwamen echter interessante verschillen naar voren. 

De urbane onderzoekslocaties bleken onderling weinig van elkaar te verschilen. De soortensamenstelling deed in de urbane gebieden weliswaar niet onder voor de andere locaties, maar deze bleek wel veel homogener: op de urbane locaties werden veel dezelfde bijensoorten aangetroffen. De landelijke locaties waren daarentegen veel heterogener: deze verschilden onderling sterker in soortensamenstelling. Hierdoor werden op de landelijke locaties in totaal veel meer bijensoorten aangetroffen dan op de urbane locaties. Verder bleek dat de bijenfauna op de urbane locaties een subset was van de bijenfauna op landelijke locaties. De meeste bijensoorten in het urbane gebied kwamen dus ook voor op de landelijke locaties. 

De onderzoeksresultaten suggereren dat groengebieden in stedelijk gebied voor wilde bijen geen vervanging kunnen zijn van landelijke gebieden. Overigens blijft het opletten met de term 'landelijk gebied'. Hieronder valt een grote variatie aan habitattypen en de Poolse onderzoeksgebieden zijn mogelijk niet goed vergelijkbaar met landelijk gebied in Nederland. Zaken als perceelgrootte, aanwezigheid van kleine landschapselementen als heggen, houtwallen en greppels, pesticiden- en mestgebruik zijn sterk bepalend voor de bijenfauna. Deze onderzoeksresultaten kunnen dus zeker niet gebruikt worden als argument om te bepleiten dat landelijk gebied in alle gevallen een goede omgeving is voor wilde bijen.

Lees het artikel hier (open access).

Lees hier meer Bestuiversberichten over bestuivers in stedelijk gebied.

Vorig artikel Zwartpootwolbij nu ook in België
Volgend artikel Zwaluwbijen op de Maasvlakte