Migrerende zweefvliegen weten waar ze heen willen

25 juni 2020. - Vogeltrek kennen we allemaal, en veel mensen weten ook nog wel dat vlinders en libellen trekgedrag vertonen. Dat ook kleinere insecten migreren, is minder bekend. Vaak wordt aangenomen dat kleine insecten zich maar zo'n beetje laten meevoeren met de wind, zonder dat er sprake is van een 'voorgeprogrammeerde' richting. Nieuw onderzoek aan zweefvliegen laat nu zien dat migratiegedrag door kleine insecten niet altijd zo willekeurig is als het lijkt. 

Zweefvliegen kunnen migrerend zeer grote afstanden afleggen, tot vele honderden kilometers (zie pag. 36 in deze PDF). Soorten als de snorzweefvlieg, de terrasjeskommazweefvlieg en de blinde bij doen dit vaak in enorme aantallen en op grote hoogte (>150 meter boven de grond). Britse onderzoekers hebben nu radartechnieken gebruikt om migratiepatronen van zweefvliegen te onderzoeken. Hieruit bleek dat zweefvliegen in de herfst zuidwaarts bewegen, ongeacht de overheersende windrichting. De onderzoekers leiden hieruit af dat zweefvliegen in staat zijn om hun vliegrichting te bepalen, vermoedelijk aan de hand van de zon. Een dergelijk 'kompas' was al bekend van dagvlinders, maar nog niet van kleine insecten zoals zweefvliegen. 

Lees het artikel hier (open access). 

Lees hier meer over migratie bij zweefvliegen (op pag. 36).