EasyDnn News

Duinmaskerbij ontmaskerd in Noord-Holland

Duinmaskerbij ontmaskerd in Noord-Holland

11 januari 2024. - Het is zo’n beestje dat bijenkenners wel van naam kennen, maar dat bijna niemand in het echt gezien heeft: de duinmaskerbij. Een zeldzaam bijtje, waarvan maar liefst 80 % van de Nederlandse vindplaatsen in Noord-Holland ligt. Dit bracht de Provincie ertoe om eens goed te laten zoeken naar deze zeldzaamheid. Dankzij die zoektocht zijn de leefgewoonten van de duinmaskerbij veel duidelijker geworden.

Verscholen achter een maskertje

Maskerbijen zijn kleine, grotendeels zwarte, vrijwel kale bijtjes. De mannetjes van de meeste soorten verschuilen zich achter een geel ‘maskertje’ op het gezicht. Zo ook het mannetje van de duinmaskerbij. Ook in figuurlijk opzicht verschool de duinmaskerbij zich lange tijd. De soort werd slechts zo nu en dan gevonden en over de precieze leefgewoonten was weinig bekend. Zo was er bijvoorbeeld niets bekend over de nestelplekken van deze bij. Wel was duidelijk dat het een zeldzaamheid is en dat hij op de Rode Lijst van bedreigde bijensoorten staat. Aanleiding genoeg voor de Provincie Noord-Holland om eens te laten uitzoeken waar de duinmaskerbij voorkomt in de Noord-Hollandse duinen en welke eisen de soort aan zijn omgeving stelt. Deze bij is één van de vijf bijensoorten op de doelsoortenlijst van een programma voor actieve soortenbescherming in deze provincie. Voor de overige vier bijensoorten vond reeds in 2022 een project plaats op Texel.

Vindplaatsen van de duinmaskerbij. Links: vindplaatsen in Nederland voor en vanaf 2010. Rechts: vindplaatsen in Noord-Holland vanaf 2010.

Heel specifieke plekjes

Alle vindplaatsen van de duinmaskerbij in Noord-Holland liggen in een strook van een kilometer breed vanaf het strand, vaak niet ver achter de zeereep. In deze smalle strook zijn het plekken met zonbeschenen, kaal en stuivend zand waar de duinmaserkbij vertoeft. Op deze plekken moeten veel bloemen zijn. Vooral muurpeper, wilde reseda en dauwbraam zijn geliefd in de Noord-Hollandse duinen.

Habitat van de duinmaskerbij in Noord-Holland: links in de Amsterdamse Waterleidingduinen, rechts in het Noord-Hollands Duinreservaat.

Daarnaast heeft de duinmaskerbij nestelplekjes nodig. Tijdens het onderzoek in 2023 bleek dat de vrouwtjes hiervoor gebruikmaken van kleine stukjes dood hout op het kale zand, zoals dode duindoornwortels en afgebroken takjes. Plekken met kaal, stuivend zand zijn relatief veel aanwezig in de duinen achter de zeereep, maar op de meeste hiervan zijn één of beide van de andere vereisten (veel bloemen en dode stukjes hout) niet aanwezig. Hierdoor is de duinmaskerbij slechts op enkele plekjes te vinden.

Nestelplekken van de duinmaskerbij in een oude duindoornwortel (links) en in een oude tak of wortel onder een pluk heggenrank (rechts).

Bescherming en beheer

De combinatie van de grote zeldzaamheid en een vermoedelijk afname van de populaties maakt dat de duinmaskerbij als bedreigd te boek staat. Vanuit deze gedachte is het wenselijk dat er in het duinbeheer rekening gehouden wordt met deze bijensoort. De huidige vindplaatsen zouden moeten ontzien bij de uitvoer van grootschalige maatregelen. Tegelijkertijd is het goed om enige dynamiek in de vorm van stuivend zand op deze plaatsen toe te staan of te stimuleren, bijvoorbeeld door het bevorderen van recreatie door wandelaars. Stuivend zand zorgt niet alleen voor kale plekken die goed opwarmen in de zon, maar ook voor aanvoer van nutriënten, wat de bloemrijkdom kan stimuleren. Andere bedreigde insecten soorten die mogelijk profiteren van maatregelen ten gunste van de duinmaskerbij zijn de duingroefbij, de aardbeivlinder, de kleine parelmoervlinder, de heivlinder en de duinviooltjesmot. De duinmaskerbij verschilt van al deze insecten echter in zijn behoefte aan kleine stukjes dood hout op het warme duinzand in verband met de nestelwijze. Met dit specifieke aspect zou nadrukkelijk rekening gehouden moeten worden.

De resultaten van het project rond de duinmaskerbij zijn uitgebreid beschreven in een rapportage van EIS Kenniscentrum Insecten.

Tekst en foto’s: Menno Reemer, EIS Kenniscentrum Insecten m.m.v. Koosje Lever, Provincie Noord-Holland

 

Vorig artikel Alle hommels in kaart gebracht
Volgend artikel Brabantse bijenmonitoring 2017-2022