EasyDnn News

Bijna helft Nederlandse zweefvliegen bedreigd

Bijna helft Nederlandse zweefvliegen bedreigd

Wipneusgitje, klompvoetje en grote grijze bladloper bedreigd

Bijna de helft van onze zweefvliegen is bedreigd of zelfs al verdwenen uit Nederland. Dit blijkt uit het Basisrapport voor de Rode Lijst Zweefvliegen 2023, die de minister voor Natuur en Stikstof onlangs aan de Tweede Kamer zond. De resultaten stemmen droevig. 

Zomerelfje, bergplatvoetje, groot gevlekt roetneusje, vrolijke namen voor prachtige zweefvliegen. Minder vrolijkmakend is de vaststelling dat dit drie van de dertig soorten zijn die inmiddels uit Nederland verdwenen zijn. Vele tientallen andere bedreigde soorten staan op het punt om de verdwenen soorten achterna te gaan. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Friese bijvlieg, het ringpootroetneusje en de korte platbek. In totaal hebben 146 zweefvliegensoorten een min of meer bedreigde status. Dat is 46 procent van de soorten die beschouwd zijn voor de Rode Lijst. Deze sombere cijfers zijn berekend door EIS Kenniscentrum Insecten in samenwerking met het Centraal Bureau voor Statistiek in het Basisrapport voor de Rode Lijst zweefvliegen (pdf: 4,1 MB). Dit rapport is opgesteld in opdracht van het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit.

Gelijktijdig met het Basisrapport voor de Rode Lijst publiceert EIS Kenniscentrum Insecten ook een nieuwe Verspreidingsatlas Nederlandse zweefvliegen (pdf: 13,7 MB).

Verspreidingsatlas Nederlandse zweefvliegen Basisrapport voor de Rode Lijst Zweefvliegen 2023

Het Basisrapport voor de Rode Lijst zweefvliegen verschijnt gelijktijdig met de Verspreidingsatlas Nederlandse zweefvliegen. Beide publicaties zijn als PDF gratis te downloaden.

Wat zijn zweefvliegen?

Zweefvliegen zijn de helikoptertjes onder de vliegen: ze kunnen met hun razendsnelle vleugels stilstaan in de lucht, pijlsnel wegschieten en zelfs achteruitvliegen. Veel soorten lijken op bijen, hommels of wespen. Net als bijen zijn ze veel op bloemen te vinden en hierdoor zijn het belangrijke bestuivers. Ook de larven van zweefvliegen spelen belangrijke rollen in de natuur: veel soorten zijn bladluiseters, veel andere voeden zich met bacteriën in rottend organisch materiaal en weer andere hebben een plantaardig dieet. Uit Nederland zijn 347 verschillende soorten zweefvliegen bekend.

Het moerasplatvoetje (Platycheirus scambus) is een zweefvlieg van moerassen en oevervegetaties. De soort is in de afgelopen decennia zeer sterk afgenomen in Nederland en staat nu in de Rode Lijstcategorie Kwetsbaar

Het moerasplatvoetje (Platycheirus scambus) is een zweefvlieg van moerassen en oevervegetaties. De soort is in de afgelopen decennia zeer sterk afgenomen in Nederland en staat nu in de Rode Lijstcategorie Kwetsbaar.

Wat is een Basisrapport Rode Lijst?

Voor het Basisrapport voor de Rode Lijst zweefvliegen is gebruikgemaakt van een databestand dat meer dan één miljoen Nederlandse zweefvliegenwaarnemingen telt. Het Centraal Bureau voor Statistiek heeft rekenmethoden ontwikkeld om met deze data zo goed mogelijk de trends van de verschillende soorten te bepalen. Het jaar 1950 dient hierbij als referentiepunt: de fauna van toen wordt vergeleken met die van nu om vast te stellen hoe het met de soorten gaat.

Welke zweefvliegen zijn het meest bedreigd?

Zweefvliegen zijn onder te verdelen in groepen op basis van hun ecologische eigenschappen. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar hun leefgebied (bossoorten, graslandsoorten, enzovoort) of naar de voedingsgewoonten van de larven (planteneters, bladluiseters, enzovoort). Het blijkt echter weinig uit te maken op welke manier je de soorten indeelt: met alle soortgroepen gaat het ongeveer even slecht. Wel valt op dat specialisten van, ofwel natte, ofwel droge gebieden vaker bedreigd zijn dan meer generalistische zweefvliegsoorten die zowel in droge als in natte gebieden voorkomen. Ook valt op dat er relatief weinig bedreigde soorten voorkomen in stedelijk en agrarisch gebied. Dit betekent niet dat het daar goed gaat met zweefvliegen, maar dat bedreigde soorten daar niets te zoeken hebben.

De bolle fopwesp (Chrysotoxum arcuatum) was vroeger een vrij algemene verschijning op de binnenlandse zandgronden, maar nu is het een echte zeldzaamheid in Nederland

De bolle fopwesp (Chrysotoxum arcuatum) was vroeger een vrij algemene verschijning op de binnenlandse zandgronden, maar nu is het een echte zeldzaamheid in Nederland.

Hoe komt het?

Het Basisrapport voor de Rode Lijst zweefvliegen benoemt vier hoofdoorzaken van de achteruitgang van de Nederlandse zweefvliegendiversiteit: 1. intensivering (van landschapsgebruik en landbouw), 2. eutrofiëring en verzuring (door te hoge stikstofdepositie), 3. klimaatverandering en 4. pesticiden. Omdat deze oorzaken relevant zijn op een landelijke schaal, zijn ook maatregelen op landelijke schaal nodig. Daarnaast kunnen regionale en lokale maatregelen, bijvoorbeeld op het terrein van hydrologie, een beetje helpen de trend te keren. Met de huidige uitgangssituatie zijn de kansen op het stuiten van de achtergang van zweefvliegen in natuurgebieden het grootst en in landbouwgebied het kleinst.

Hoe verder?

Naast het aanpakken van de oorzaken van de achteruitgang is het belangrijk om de ontwikkelingen in de zweefvliegenfauna te blijven volgen. Hoewel het aantal waarnemingen van zweefvliegen in recente jaren explosief is gestegen, is het grootste deel hiervan afkomstig van leken. Deze waarnemingen brengen beperkingen met zich mee bij het gebruik in trendanalyses. Die beperkingen maken het voor zowel zweefvliegen als bijen lastig om de doelstellingen van de Nationale Bijenstrategie te kunnen toetsen. Het Basisrapport voor de Rode Lijst zweefvliegen doet daarom enkele concrete aanbevelingen om de kwaliteit van verspreidingsgegevens van zweefvliegen te verbeteren.

Verspreidingsatlas

De Verspreidingsatlas Nederlandse zweefvliegen verschijnt gelijktijdig met het Basisrapport voor de Rode Lijst. Dit is de eerste keer dat er verspreidingskaartjes van alle Nederlandse zweefvliegen worden gepubliceerd sinds in 2009 het boek De Nederlandse zweefvliegen verscheen. Op de kaartjes zijn verschillende symbolen gebruikt voor verschillende perioden sinds het jaar 1900, zodat ontwikkelingen in de verspreiding van de soorten goed te volgen zijn. In veel gevallen illustreren deze kaartjes helaas ook de achteruitgang van de Nederlandse zweefvliegenfauna.

Tekst: Menno Reemer; John Smit; Theo Zeegers
Beeld: Menno Reemer; EIS Kenniscentrum Insecten

Vorig artikel Zweefvliegen sterven steeds sneller uit
Volgend artikel Nieuw voor Nederland: meerjarige groefbij duikt op in Zuid-Hollands Bijenlandschap