Wilde bijen bedreigd

'De' wilde bij bestaat niet. Er zijn 359 verschillende soorten wilde bijen bekend uit Nederland, die elk een eigen verhaal hebben. Met sommige gaat het goed, met andere niet. Door gegevens over alle soorten naast elkaar te leggen, kan men toch een beeld krijgen van hoe het met de Nederlandse bijenfauna gaat. Dit is in de afgelopen jaren op verschillende manieren gebeurd, zoals hieronder voor verschillende publicaties in chronologische volgorde wordt besproken. De meest actuele bedreigingsanalyse is de Rode Lijst uit 2018, waarover een aparte pagina op deze website is gemaakt

 

Rode Lijst 2018

Op een aparte pagina worden de resultaten van de Rode Lijst bijen 2018 samengevat. Hieruit blijkt dat 55% van de Nederlandse bijensoorten bedreigd is of zelfs verdwenen uit Nederland. Deze lijst is vergeleken met een gereconstreerde versie van de Rode Lijst uit 2003, waarop 'slechts' 49% van de bijensoorten stond. Lees hier meer

Op de pagina Oorzaken achteruitgang worden (mogelijke) verklaringen gegeven voor de achteruitgang van de Nederlandse bijenfauna.

 

Science-artikel 2006: afname lokale bijendiversiteit

Biesmeijer et al. (2006) onderzochten veranderingen in soortenrijkdom van bijen en zweefvliegen in Nederland en Groot-Brittannië. Zij vergeleken de aantallen soorten per hok van 10x10 kilometer vóór en na 1980. Hieruit bleek dat de soortenrijkdom in Nederland in 52% van de hokken achteruit was gegaan, terwijl in slechts 10% van de hokken sprake was van een toename (in de overige hokken werd geen significante verandering gevonden). Analyse van de Britse gegevens leverden vergelijkbare resultaten op.

Deze resultaten tonen aan dat de soortenrijkdom van bijen in het Nederlandse landschap op veel plekken lager is dan vroeger. Voor zweefvliegen werden overigens andere resultaten gevonden, zie hier.

 

De Nederlandse bijen 2012: hommels bedreigd, meer zuidelijke soorten

In 2012 zag het boek De Nederlandse bijen het licht, een dikke bundeling van vele tientallen jaren Nederlandse bijenkennis. In het hoofdstuk Veranderingen in de Nederlandse bijenfauna zijn de trends van alle soorten afzonderlijk bepaald, op een wijze vergelijkbaar met de Rode Lijst uit 2003. Een belangrijk verschil met de Rode Lijst is echter dat het databestand waarop de analyses gebaseerd zijn aanzienlijk groter is. Ook zijn er meer recente gegevens geanalyseerd, waardoor de uitkomsten actueler zijn.

De cijfers over de achteruitgang van de Nederlandse wilde bijen zijn in dit boek weinig rooskleuriger dan in de Rode Lijst uit 2003. Er zijn meer soorten afgenomen (122) dan toegenomen (71) en van de afgenomen soorten zijn er 34 uit Nederland verwenen (bijna 10% van de ooit in Nederland vastgestelde soorten).

 


   Trends van alle Nederlandse bijensoorten (links, inclusief hommels) en alle Nederlandse hommelsoorten (rechts). Onder de hommels is het aandeel afgenomen soorten veel groter dan onder alle bijen samen. Bron: Veranderingen in de Nederlandse bijenfauna. 

 

Zorgwekkend is vooral de sterke afname van de Nederlandse hommels. Hommels zijn nog sterker achteruitgegaan dan andere wilde bijen. Van de 29 Nederlandse soorten hommels zijn er 21 afgenomen. Veel hiervan zijn nu zeldzaam en zes soorten zijn geheel uit Nederland verdwenen. Onder de verdwenen soorten zijn er die vroeger algemeen waren in het hele land, zoals de gele hommel Bombus distinguendus (zie onderstaande kaart) en de grote tuinhommel B. ruderatus.

 


  

Vindplaatsen van de gele hommel in Nederland. De laatste vondst dateert van 1984, daarna is de soort niet meer in Nederland gevonden. Vijf andere hommelsoorten is hetzelfde lot beschoren, en nog eens 21 hommelsoorten zijn flink achteruitgegaan in ons land. 

Bron: Veranderingen in de Nederlandse bijenfauna.

 

De grootste afname in bijendiversiteit heeft plaatsgevonden in de periode 1970-1989. In de periode na 1990 is het aantal soorten dat afneemt ongeveer in evenwicht met het aantal soorten dat toeneemt. Dit suggereert dat de afname van de Nederlandse bijendiversiteit tot stilstand is gekomen. Dit heeft onder andere te maken met een recente toename van soorten met een zuidelijke verspreiding: veel van deze soorten vertonen na 1990 een toename in Nederland, terwijl andere soorten juist overwegend afnemen. Mogelijk heeft dit te maken met de warmere zomers in de afgelopen 20 jaar.

 

Artikel 2013: Afname gestopt?
Carvalheiro et al. (2013) vergeleken de veranderingen in bijensoortenrijkdom in Nederland op verschillende schaalniveaus. Zij verdeelden Nederland in hokken van verschillende groottes (10x10 km, 20x20 km etc., tot aan het hele land) en vergeleken de soortenrijkdom in deze hokken tussen verschillende perioden. De sterkste afname in bijenrijkdom heeft plaatsgevonden vóór 1990, terwijl de soortenrijkdom daarna min of meer is gestabiliseerd. Op lokaal niveau lijkt na 1990 zelfs sprake van een lichte toename in bijendiversiteit, echter nog lang niet voldoende om de achteruitgang in de voorgaande decennia te compenseren.

Een persbericht over de resultaten van dit artikel is hier te vinden.