Britse nectardip voorbij?

5 februari 2015. - Historisch onderzoek naar de beschikbaarheid van nectarplanten in Groot-Brittannië laat zien dat er in de 20e eeuw na een aanvankelijke daling tegenwoordig weer meer van deze planten in het landschap voorkomen. Dit schrijven Britse onderzoekers deze week in het tijdschrift Nature. 

De onderzoekers maakten gebruik van gegevens uit landelijke planteninventarisaties in combinatie met gegevens over landgebruik. Op basis hiervan maakten zij voor verschillende jaren een inschatting van de hoeveelheid nectar die in het Britse landschap werd geproduceerd. Zij zagen tussen 1930 en 1978 een sterke daling in de nectarproductie, waarna deze stabiliseerde. In de periode 1998-2007 nam de nectarproductie weer toe. Er was dus jarenlang sprake van een 'dip' in de nectarproductie, terwijl nu herstel lijkt op te treden.

De onderzoekers schrijven de langdurige dip in de Britse nectarproductie toe aan de intensivering van de landbouw na de tweede wereldoorlog. Het herstel in de periode 1998-2007 zou te danken kunnen zijn aan een toename van de oppervlakte grasland in het land. 

Interessant aan deze resultaten is dat ze corresponderen met de trends in de bestuiversfauna in zowel Groot-Brittannië als Nederland. Ook de diversiteit van bestuivers laat in deze landen een 'dip' van tientallen jaren zien, waarna weer een lichte toename zichtbaar is. Dit suggereert dat de bloemenrijkdom van het landschap een belangrijke factor is in de voor- en achteruitgang van bijen en andere bestuivers, zoals eerder Nederlands onderzoek ook aantoonde. 

Vind hier het artikel in Nature. 

Lees hier meer over trends in de Nederlandse bijenfauna.