Lange antennes en geplooide vleugels
Alle wespen hebben lange antennes op hun kop. De meeste zweefvliegen hebben echter korte antennes. Er zijn echter uitzonderingen: fopwespen Chrysotoxum en fopblaaskoppen Ceriana hebben lange antennes. Ook hebben deze zweefvliegen vaak een vleugel met verdonkerde voorrand. Hierdoor lijkt het een beetje alsof hun vleugels smaller zijn dan in werkelijkheid, waardoor ze doen denken aan de opgevouwen vleugels van plooivleugelwespen.
Wespvliegen Temnostoma hebben korte antennes, maar wapperen met hun lange voorpoten voor hun kop, zodat het toch lijkt alsof ze lange, wespachtige antennes hebben.
Goede en slechte nabootsers
Sommige wespnabootsende zweefvliegen lijken sprekend op bepaalde wespen. Goede nabootsers zijn bijvoorbeeld de normale fopblaaskop, de echte wespvlieg en de grote fopwesp (zie afbeeldingen hiernaast). Andere soorten, zoals bandzweefvliegen en de snorzweefvlieg, lijken oppervlakkig gezien wel wat op wespen, maar hebben er qua kleurenpatroon en lichaamsbouw toch minder van weg.
Het voordeel dat goede nabootsers hebben van hun wespachtige uitdossing lijkt duidelijk: afschrikken van predatoren zoals vogels. Bij de minder goede nabootsers is dit minder evident. Toch zijn er vermoedelijk voldoende voordelen verbonden aan een geringe gelijkenis. Lees hier meer over in deze tekst op pagina 38.