Klein met buikschuier
Klokjesbijen Chelostoma en de tronkenbij Heriades truncorum zijn kleine (4-11 mm), slanke, zwarte bijtjes. De vrouwtjes hebben een 'buikschuier': lange, dichte beharing op de onderzijde van het achterlijf, waartussen ze stuifmeel vervoeren. Bij klokjesbijen is de buikschuier witachtig, bij de tronkenbij duidelijk geel.
Specialisten
Net als metsel- en behangersbijen verzamelen klokjes- en tronkenbijen stuifmeel in hun buikschuier. Ze zijn hierbij sterk gespecialiseerd. De grote en kleine klokjesbij verzamelen stuifmeel uitsluitend op klokjes. De ranonkelbij (die ook tot de klokjesbijen behoort) verzamelt alleen stuifmeel van boterbloemen. De tronkenbij verzamelt alleen het stuifmeel van composieten.
Steentjes en hars
Hun nesten bouwen klokjesbijen en de tronkenbij in holle stengels en gaten in dood hout. Ze nestelen regelmatig in bijenhotels. De nestafsluitingen van klokjesbijen zijn vaak te herkennen aan de steentjes erin. De tronkenbij gebruikt boomhars om het nest te sluiten, maar werkt dit vervolgens ook vaak af met zand en steentjes.
Meer over klokjesbijen is te lezen in dit hoofdstuk van het boek Gasten van bijenhotels. Voor meer informatie over de tronkenbij zie dit hoofdstuk uit hetzelfde boek.