De meeste planten moeten bestoven worden om zich te kunnen voortplanten. Dit betekent dat stuifmeel van een mannelijke bloem op de stamper van een vrouwelijke bloem terecht moet komen. Bij sommige planten vindt de verspreiding van stuifmeel plaats via wind of water, of de plant doet aan 'zelfbestuiving'. Veel planten, in Nederland maar liefst 80% van de plantensoorten, zijn voor hun bestuiving echter in belangrijke mate afhankelijk van insecten.
Of het nu wilde planten in de natuur zijn, voedselgewassen of sierplanten in de tuin: de meeste hiervan zijn voor hun vrucht- en zaadvorming aangewezen op insecten. En dat zijn zeker niet alleen honingbijen: wilde bestuivers, zoals wilde bijen en zweefvliegen zijn minstens zo belangrijk en in veel gevallen zelfs belangrijker. Op onderstaande pagina's is recente kennis hierover samengevat.
· Belang van wilde bestuivers in natuurgebieden
· Belang van wilde bestuivers in de landbouw
· Belang van wilde bestuivers in stedelijk groen