Met behulp van onderstaande rekenmodule kan de richtlijn voor het aantal honingbijenkasten op heideterreinen voor een concreet geval uitgerekend worden. Hiervoor is de volgende informatie nodig: oppervlakte van het heidegebied, oppervlakte met bloeiende heide en aantal locaties waar bijenkasten geplaatst gaan worden. Hoe meer locaties, des te hoger de druk op het heideveld en daarom des te lager het aanbevolen aantal kasten in totaal.
Daarnaast moet een beleidsmatige keuze gemaakt worden in hoeverre men concurrentiedruk van honingbijen op wilde bestuivers accepteert. Wanneer men geen enkele concurrentiedruk accepteert (bijvoorbeeld wanneer men uitgaat van de meest strikte interpretatie van de Natura-2000 doelstelling), volgt de aanbeveling om geen bijenkasten te plaatsen. Wanneer er wel kasten geplaatst worden, moet dus een zekere mate van concurrentiedruk op de wilde bestuiversfauna geaccepteerd worden. Voor natuurterreinen zou dit aandeel naar ons oordeel en uitgaande van het voorzorgsbeginsel, tot maximaal 25 % van de oppervlakte mogen betreffen.